Vlagvoering binnen de VPF
Wimpels: zijn over het algemeen driehoekig in een verhouding 1-3 en langer.
Wakers en vleugels: deze hebben geen andere betekenis dan het aangeven van de windrichting. Op scherpe jachten zijn ze rechthoekig, op rond- en platbodemjachten lang en smal, dit zijn de enige vlaggen die boven de verenigingsstandaard of de landsvlag mogen worden gevoerd.
Vlaggen: zijn rechthoekig in de verhouding 2 (hijs en breedte) tot 3 (diepte of lengte).
Vlagvoering aan boord van jachten
Natievlag:
wordt bepaald door de nationaliteit van de eigenaar van het jacht, enkel de officiële Belgische driekleur wordt aanvaard, de Europese vlag wordt getolereerd mits duidelijke aanduiding van de nationaliteit, dit door kleinere inzet van de Belgische kleuren. Alle andere vlaggen kunnen voor een pleziervaartuig niet worden aanvaard als natievlag. Deze natievlag moet worden geplaatst op het achterschip, aan een vlaggenstok, geplaatst op het hek van het schip, in de lijn van kiel en stevens (indien deze plaats wegens de bouw van het schip niet mogelijk is, mag de vlaggenstok iets naar stuurboord worden verplaatst). Rond- en platbodemjachten hebben de vlaggenstok op het aangehangen roer. De natievlag mag nooit aan het achterstag gevoerd worden.
- Als indicatie voor de afmetingen van de natievlag wordt gesteld dat de hijs ten minste 6% moet bedragen van de lengte van het pleziervaartuig.
- De natievlag wordt gevoerd van 8.00 ‘s morgens tot zonsondergang, of tot 21.00 indien de zon later ondergaat, dit geld ook voor de beleefdheidsvlag.
- Natie- en beleefdheidsvlag wordt enkel gehesen als de kapitein aan boord is.
Clubvlaggen:
mogen enkel worden gevoerd door de leden van deze club. Normaal zijn clubvlaggen driehoekig, met uitzondering voor de bestuursleden. Ze worden in top gevoerd, op de steven, of aan bakboord.
- Clubbvlaggen van bestuursleden: alle bestuursleden zonder onderscheid een rechthoekige vlag, mogelijk met een insnijding voor voorzitter en/of erevoorzitter.
- Voor het gebruik van clubvlaggen geldt dat aan boord slechts één clubvlag mag gevoerd worden, ook als men lid zou zijn van meerdere clubs. In dit laatste geval is het gebruik dat we in onze thuiswateren de standaard van de oudste club voeren, of van onze thuishaven. Bezoeken we andere wateren en zijn we ook lid van een vereniging in die streek dan voeren we deze vlag.
Federatievlaggen:
twee uitvoeringen: rechthoekig voor ereleden, bestuursleden of namens het bestuur optredende personen. Driehoekige wimpel voor alle andere leden.
- Ze worden op dezelfde plaats gevoerd als de clubvlaggen, de clubvlag hangt altijd boven de federatievlag, of indien beide aan bakboord worden gevoerd het verste naar buiten. Waar een bestuurslid van de federatie (rechthoekige vlag) gewoon lid is van zijn/haar club (wimpel) is dit omgekeerd.
- Afmeting van de hijs van club en federatievlaggen is bij voorkeur groter dan 2% van de scheepslengte.
Eigenaarsvlag:
deze is rechthoekig en heeft dezelfde hijslengte als een clubvlag. Het is een persoonlijke vlag met bijvoorbeeld een embleem, dat op de eigenaar betrekking heeft, bij het varen te voeren in top van de grootste mast, liggen we stil in het stuurboordwant of onder de stuurboordzaling als aanduiding dat de eigenaar aan boord is en bereid om bezoek te ontvangen. Wil hij geen bezoek dan hijst hij ter plaatse een klein blauw vlaggetje.
Beleefdheidsvlag:
dit is een kleine natievlag van het land dat we bezoeken en die in het stuurboordwant of onder de stuurboordzaling wordt gehesen, zodra we de territoriale wateren van dat land binnenvaren, deze vlag mag ook worden gevoerd wanneer zich een buitenlandse gast aan boord bevindt.
Andere vlaggen:
commerciële of politieke vlaggen zijn onder geen enkel beding toegestaan, evenmin als vlaggen met een reclameboodschap. Uitzonderingen zijn vb. “greenpeace”, “promotie binnenvaart” en dgl., deze worden aan bakboord gehesen, maar altijd lager of meer naar de binnenzijde van het schip dan de club en/of federatievlaggen.
Gemeenschaps-, provincie- of stadsvlaggen:
kunnen aan stuurboord worden gehesen naar analogie van de beleefdheidsvlag. Als gemeenschapsvlag wordt enkel de officiële vlag van de Vlaamse gemeenschap (met de gestileerde leeuw, zoals op de waterwegenvignetten) aanvaard, uitzonderlijk de vroegere gemeenschapsvlag geel met zwarte leeuw en rode tong – klauwen).
Vlaggen op ons clubterrein
Het voeren van vlaggen op of nabij de clubaccommodatie of in de jachthaven, moet bij voorkeur plaatsvinden aan een vlaggenmast, voorzien van een ra en gaffel, waarbij de nationale vlag aan de gaffel, en waar van toepassing de club- of federatiestandaard vanuit de hoger staande masttop, en de natievlaggen van alle buitenlandse bezoekende jachten aan de ten opzichte van de gaffel dwars geplaatste ra gevoerd moeten worden. Aangeraden ook een Europese vlag hier bij te voegen, daar men niet altijd alle vlaggen in voorraad heeft.
- Andere vlaggen, zoals gemeenschap -, provincie - of stadsvlaggen worden aan een aparte vlaggenmast gehesen.
- Commerciële- reclame- en politieke vlaggen horen niet thuis op een clubterrein.
- Erevlaggen, zoals bvb. Blauwe wimpel of een andere erkenning van een bijzonder feit komen aan een aparte mast, deze mag nooit hoger zijn dan de natie- of club- en federatievlaggen.